Voornaamwoorden
Persoonlijke voornaamwoorden gebruiken we om over iemand te spreken. Ik, jij, wij, zij, jullie,... Je kent ze wel.
Meestal bevatten deze woorden geen informatie over gender, maar in de derde persoon enkelvoud wel. In dit geval raden we aan om bewust om te gaan met iemands genderidentiteit.
Geen grammaticaknobbel? Geen probleem. We leggen het hieronder even uit:
WAAROVER GAAT HET?
In het Nederlands kennen we al heel lang de opties hij/hem/zijn en zij/haar/haar om te praten over iemand anders. Deze opties weerspiegelen een gender-binair wereldbeeld, waarbij we enkel mannen en vrouwen kennen.
De realiteit is natuurlijk diverser dan dat. Heel wat mensen voelen zich beperkt door deze tweedeling, waaronder ook non-binaire personen.
Het is dus nodig om onze woordenschat uit te breiden, zodat die beter aansluit bij de realiteit.
De voorbije jaren begonnen steeds meer mensen in Vlaanderen die/hen/hun te gebruiken als genderinclusieve variant. Deze kan je gebruiken als je de genderidentiteit van iemand niet kent, of als de persoon waar je het over hebt hier de voorkeur aan geeft.
Naast een praktisch nut heeft dit ook een maatschappelijk nut. Genderinclusieve taal zorgt ervoor er dat er meer rekening gehouden wordt met gender- en seksuele diversiteit. "Individuen, organisaties en bedrijven die genderinclusief taalgebruik hanteren dragen zo actief bij tot een inclusievere maatschappij. Zo kan taal de emancipatie van mensen ondersteunen.", aldus de Universiteit van Antwerpen
Wil je graag meer leren over het gebruik van die/hen/hun? Het Transgender Infopunt bevat nog meer heldere informatie.
IN DE PRAKTIJK
Die |
Vervangt ‘hij’ en ‘zij’ |
Persoonlijk voornaamwoord Onderwerp |
Hen |
Vervangt ‘hem’ en ‘haar’ |
Persoonlijk voornaamwoord Lijdend of meewerkend voorwerp |
Hun |
Vervangt ‘zijn’ en ‘haar’ |
Bezittelijk voornaamwoord |
Enkele voorbeeldzinnen:
“Ken jij Charlie? Die is non-binair. Ik zag hen vorige week. Het was hun verjaardag.”
“Aubrey komt niet. Die ging naar de zee met hun lief. Ik heb het hen net zelf gevraagd.”
"We moeten hen vandaag nog melden dat die dringend hun inschrijvingsformulier moet indienen."
VEELGESTELDE VRAGEN:
(Onderaan de pagina vind je nog meer veelgestelde vragen en antwoorden.)
Wat als ik iemands genderidentiteit niet ken?
Wanneer we een veronderstelling maken over iemands genderidentiteit op basis van hun uiterlijk of stemgeluid, zal dit vaak juist zijn, maar niet altijd. Daarom is het belangrijk om altijd voorzichtig om te springen met veronderstellingen en een open blik te behouden.
Als je niet zeker weet welke voornaamwoorden je moet gebruiken, kan je een paar dingen doen:
1. Ruimte maken voor de andere persoon om dit met jou te delen. Dit kan je doen door jezelf voor te stellen met je eigen voornaamwoorden. In de meeste gevallen zal je gesprekspartner dit opmerken en ook hun voornaamwoorden delen als dit voor hen belangrijk is. Als je enkel schriftelijk contact hebt, kan je je voornaamwoorden vermelden naast je naam.
Bijvoorbeeld:
"Hallo, ik ben Jasmijn. Mijn voornaamwoorden zijn zij/haar. Wie ben jij? |
2. Simpelweg vragen aan de andere persoon welke voornaamwoorden die gebruikt. Let wel op dat je niemand verplicht om dit te delen. Soms twijfelt iemand nog of zit iemand in de kast. Zorg ervoor dat iemand ook de optie heeft om hier niet op te antwoorden.
Bijvoorbeeld:
"Zou je willen delen welke voornaamwoorden je gebruikt?" |
3. Als je niet de kans hebt om iemands voornaamwoorden te vragen of de persoon kiest ervoor om dit niet met je te delen, is het aangeraden om die/diens of die/hen/hun te gebruiken. Deze voornaamwoorden kunnen naar iedereen verwijzen, ongeacht genderidentiteit.
>>> Via dit filmpje waarin een non-binair persoon op sollicitatiegesprek komt, kan je zien hoe het in de praktijk gebruikt kan worden.
Hoe kan ik wennen aan het gebruik van die/hun?
Als je iets voor het eerst probeert, duurt het soms even vooraleer je het onder de knie hebt. Dat is met het gebruik van "die/hun" niet anders.
Plots nieuwe voornaamwoorden gebruiken is niet eenvoudig, maar zeker niet onmogelijk. Dit onderzoek uit Zweden toont aan dat met wat tijd veel mensen eraan kunnen wennen.
Dit kan je alvast zelf doen:
- Dat je je op deze pagina bevindt, is al een goede eerste stap. Om te wennen aan "die/hun" is het belangrijk dat je stil staat bij de betekenis ervan voor anderen. Veel non-binaire personen getuigen van een euforisch of gelukkig gevoel wanneer anderen erkenning geven aan hun identiteit. Je kan iemand helpen om zich beter in hun vel en minder onzichtbaar te voelen. Luister hier naar de getuigenis van Sem, die vertelt over hoe belangrijk voornaamwoorden voor hen zijn.
-
Leer van anderen. Zoek naar verhalen in artikels, boeken, films, getuigenissen van of over non-binaire personen die die/hen/hun voornaamwoorden gebruiken. Zo wen je snel aan de toepassing ervan in verschillende contexten.
-
Oefening baart kunst. Je kan de voornaamwoorden bewust leren gebruiken door verhalen te schrijven waarin je deze voornaamwoorden toepast, of door gesprekken te voeren waarin je er actief gebruik van maakt.
-
Normaliseer het gebruik van voornaamwoorden. Dit kan je bijvoorbeeld doen door je eigen voornaamwoorden te vermelden in je e-mailhandtekening, op je sociale media bio's, je naamkaartjes, enzovoort.
-
Wees niet bang om te proberen. Je wil niemand kwetsen, maar het is normaal dat je aanpassingstijd nodig hebt en foutjes zal maken. Laat je hier niet door afschrikken. Als je toont dat je bereid bent om te leren en te groeien, doet dat voor veel mensen al veel deugd. Vergis je je toch? Verbeter jezelf dan gewoon en ga weer verder met het gesprek.
Vind je het lastig? Sommige mensen gebruiken trucjes.
Zo kan je ervoor kiezen om iemands naam te vermelden in plaats van voornaamwoorden. Bijvoorbeeld:
"Robins nieuwe outfit is mooi" "De nieuwe outfit van Robin is mooi." |
in plaats van "Hun nieuwe outfit is mooi." |
Is dit wel grammaticaal correct?
Taal is een levend iets
Elk taalkundige zal je vertellen dat taal voortdurend evolueert en verandert. Nieuwe woorden en taalvormen komen in gebruik, terwijl oude woorden en uitdrukkingen geleidelijk aan vervagen.
Neem bijvoorbeeld het woord 'selfie', dat pas ontstaan is door de opkomst van smartphones en sociale media. Ook SMS-taal zoals 'lol' en 'omg' maken steeds vaker deel uit van onze gesproken taal. En wie gebruikt tegenwoordig nog de worden 'gerei' (spullen) of 'binst' (terwijl)?
De dynamiek van taal weerspiegelt de voortdurende ontwikkeling van de samenleving en dus ook op vlak van gender.
Evolutie
In het Nederlands kenden we enkel mannelijke en vrouwelijke voornaamwoorden: hij, hem, zijn en zij, ze, haar. Om te verwijzen naar een non-binair persoon of naar iemand waarvan we de genderidentiteit niet kennen, schiet dit systeem te kort.
Hand in hand met een groeiend bewustzijn rond non-binariteit werd dit gebrek in onze taal zichtbaarder. Het gebruik van die/hen/hun als alternatief begon op te komen in 2010 in Vlaanderen en won sindsdien geleidelijk aan populariteit.
Die werd al langer gebruikt als enkelvoudig verwijswoord. Hen en hun daarentegen kregen er een enkelvoudige betekenis bij. Je kan het vergelijken met zij, dat ook zowel een enkelvoudige als een meervoudige betekenis kan hebben.
Hoewel dit een proces is dat in ontwikkeling blijft, merken we vandaag dat die/hen/hun in Vlaanderen als consensus beschouwd wordt. Binnen de LGBTI+ gemeenschap en çavaria's achterban is het relatief ingeburgerd en wordt het door steeds meer mensen gebruikt. Bovendien formuleerden ook de Universiteit van Antwerpen als de Universiteit van Gent aanbevelingen over het gebruik ervan.
Wat zegt de Nederlandse Taalunie?
In 2022 erkende ook de Nederlandse Taalunie o.m. het gebruik van die/hen/hun om naar non-binaire personen te verwijzen én als algemene verwijzing (wanneer iemands genderidentiteit niet bekend is of als verwijzing naar personen in het algemeen). In hun advies maken ze ook ruimte voor andere opties, zoals hen/hen/hun en diegene/diens, maar erkennen ze dat die/hen/hun de grootste kanshebber is om ingeburgerd te raken.
Zal dit niet tot verwarring leiden?
De eerste keer dat iemand leert over genderneutrale voornaamwoorden kan het zijn dat die/hen/hun even wringt. Sommigen geven aan dat het klinkt als een storende taalfout, anderen vinden dat 'die' onbeleefd klinkt en voelen zich er ongemakkelijk bij.
Uiteraard is het normaal dat we even moeten wennen aan verandering. Toch moeten we waakzaam zijn dat onze gevoelens hierover niet in de weg staan van de toepassing ervan.
Onderzoek
Volgens tegenstanders zou het gebruik van die/hen/hun de verstaanbaarheid en leesbaarheid van teksten in het gedrang brengen. Dit is hun reden om vast te houden aan een binair systeem. Tijd om dat eens wetenschappelijk te onderzoeken, dacht de UGent.
Uit de resultaten van hun onderzoek blijkt dat non-binaire voornaamwoorden geen negatief effect op de verstaanbaarheid van een tekst hebben. De stelling dat een tekst met non-binaire voornaamwoorden minder duidelijk is, wordt door onze studie dus ontkracht.
Ze stelden ook vast dat wanneer iemand zich toch ongemakkelijk voelde bij die/hen/hun, dit gevoel verminderde wanneer er expliciet meegedeeld werd dat de tekst over een non-binair persoon ging.
Een afsluitende tip:
"Toch nog niet helemaal vertrouwd of comfortabel met deze manier van verwijzen? Dan is het herhalen van naam en beroep ook een geschikte strategie om iemand niet te misgenderen. Natuurlijk is te veel herhaling ook niet bevorderlijk voor de leeservaring. Dan komen kleine woordjes als 'die' erg goed van pas."
Waarom die/hun en geen andere woorden?
Die/hen/hun is een eindresultaat van een dynamisch proces van taalevolutie dat startte rond 2010. Het is niet zo dat een organisatie of groep mensen hier een actieve beslissing over gemaakt heeft.
Wel hebben de afgelopen jaren verschillende taalkundigen en betrokkenen suggesties gedaan voor nieuwe verwijswoorden (neopronouns).
Een paar voorbeelden:
- xij als onderwerpsvorm – gebaseerd op hij en zij, met de x als non-binaire of algemene letter;
- dij – een kruising van hij, zij en die;
- hin – gebaseerd op woordvormen van een paar eeuwen geleden
- z’r als bezittelijk voornaamwoord – een mengvorm van de spreektaalvormen z’n en d’r. ("Dat is z’r keuze")
- dies als bezittelijk voornaamwoord: hierin is een bezits-s toegevoegd aan het woord die. Het volgt dezelfde logica als bijvoorbeeld Marc – Marcs, Emilie – Emilies, ...
- dee, dem en der – vernederlandste leenwoorden gebaseerd op de Engelse they, them en their.
"Een voordeel van deze woorden is dat ze nog geen betekenis hebben en daardoor geen positieve of negatieve ‘lading’ dragen. Een nadeel is dat nieuw bedachte woorden vaak maar moeilijk ingang krijgen in het algemene taalgebruik en daardoor in het taalsysteem; wie de termen niet kent, zou bovendien kunnen denken dat het taal- of typfouten zijn. De toekomst zal duidelijk maken welke woorden gangbaar worden.", aldus de Taalunie.
Binnen de LGBTI+ gemeenschap lijkt het gebruik van deze voornaamwoorden eerder beperkt. Hoewel het minder voorkomt, blijft het belangrijk om zelfidentificatie te respecteren en je best te doen om deze woorden juist te gebruiken, wanneer iemand dit vraagt.
Hoe zit dat in andere talen?
Laten we starten met leuk weetje: in de meeste talen ter wereld zijn alle voornaamwoorden gewoon neutraal.
Talen als Hongaars, Fins, Turks, Hindi, Indonesisch en Thais maken geen onderscheid in gender wanneer ze naar iemand verwijzen. Op het kaartje hiernaast zijn ze aangeduid met witte bolletjes.
Bijvoorbeeld:
Nederlands | hij/zij/die |
Hongaars | ö |
Turks | o |
Fins | hän |
Indonesisch | dia |
Nog leuke weetjes:
- In het Hindi maken ze geen onderscheid op basis van gender, maar wel op basis van hoe ver (of dichtbij) iemand van je verwijderd is.
- Het Thais kent een complex systeem van voornaamwoorden, die o.m. gekozen worden op basis van familierelatie, leeftijd en mate van respect die iemand verdient.
De roze bolletjes op het kaartje zijn alle talen die enkel onderscheid maken op gender in de derde persoon. Daaronder vallen dus naast het Nederlands, ook het Engels, Frans en Duits.
Toch heeft elke taal een beetje een andere situatie:
Engels
Engels gebruikt al meer dan 600 jaar they/them/their om te verwijzen naar een persoon waarvan ze het gender niet kennen of naar een algemeen persoon. Dit is grammaticaal volledig correct.
"A client is waiting for you. Can I let them in?" |
"Each child played with their parent." |
Als gevolg zijn veel non-binaire personen deze voornaamwoorden gaan gebruiken. Niet omdat je hun gender niet kent, maar net omdat je het wel kent en hier erkenning al wil geven.
Let wel op: ook al gaat het over een individu, werkwoorden blijven in meervoudsvorm staan.
"Alex identifies as non-binary. They are from Antwerp" |
Frans
Het Frans is iets complexer, omdat deze taal ook adjectieven verbuigt.
Als genderneutraal voornaamwoord werd iel geïntroduceerd als samentrekking van il en elle. In het meervoud wordt dit iels, in plaats van ils of elles. Je spreekt het uit als het Engelse 'yell'.
Hoewel er ook andere neutrale voornaamwoorden in de omloop zijn, valt het op dat deze variant steeds vaker gebruikt wordt. In 2022 nam Le Robert, een vooraanstaand woordenboek, het woord ook op in hun lijst. Le Robert wordt beschouwd als één van de hoogste autoriteiten op vlak van taal.
Naast het vermelden van je voornaamwoorden, kunnen Franstaligen ook meegeven welke vervoeging ze verkiezen van adjectieven.
Bijvoorbeeld:
Sacha (iel - conjugation masculin) |
Waarom vermelden in e-mailhandtekening?
Het was je misschien al opgevallen. Steeds vaker vermelden mensen hun voornaamwoorden in hun e-mailhandtekening.
Waarom doen ze dit?
1. Misgenderen vermijden: We sturen dagelijks e-mails of brieven naar mensen waarvan we de genderidentiteit niet kennen. Vaak maken we dan op basis van hun naam een veronderstelling. We spreken hen aan met meneer of mevrouw en verwijzen naar hen met de overeenkomstige voornaamwoorden. Af en toe kan dit wel tot misverstanden leiden; bijvoorbeeld wanneer mensen een genderneutrale naam hebben, zoals Alex, Ilham, Rio, Robin, Nour, enzovoort. Door voornaamwoorden te vermelden, kan je dit vermijden.
2. Actief bondgenootschap: Ook trans en non-binaire personen worden vaak verkeerd geïdentificeerd op basis van hun naam, uiterlijk of stem, wat bijzonder pijnlijk kan zijn. Voor hen kan het dus een noodzaak zijn om hun voornaamwoorden te vermelden. Door dit als bondgenoot ook te doen, draag je actief bij aan de normalisering ervan en maak je het voor trans personen iets makkelijker. Bovendien kunnen we zo ook vermijden dat trans personen zich (ongewild) zichtbaar en kwetsbaar maken voor reacties, wanneer zij er wel voor kiezen om voornaamwoorden te delen.
3. Signaalfunctie: Voor velen is het vermelden van voornaamwoorden ook een manier geworden om te signaleren naar hun gesprekspartner(s) dat ze een bondgenoot zijn. Het is een manier om aan te geven dat genderbinariteit voor jou niet vanzelfsprekend is en dat mensen bij jou kunnen zijn wie ze willen zijn, zonder oordeel.
Wat als jij (of iemand anders) zich vergist?
Iedereen maakt fouten, en daar hebben bijna alle trans en non-binaire personen begrip voor.
Je taalgebruik aanpassen is niet gemakkelijk. Het kost wat tijd en oefening om te wennen. Dat was waarschijnlijk ook zo voor de persoon zelf toen die met nieuwe voornaamwoorden startte.
Betrap je jezelf op een vergissing?
Verbeter jezelf kort en ga door met het gesprek. Een serenade aan sorry's vindt niemand leuk. Het kan een ongemakkelijke situatie veroorzaken voor jezelf en de ander. Bovendien dwing je onbewust de ander om te zeggen dat het 'niet erg' is, terwijl dat soms wel zo kan zijn.
Negeer het voorval ook zeker niet. Soms hoop je dat de ander het niet gehoord heeft, maar die kans is vaak klein. Het kan voor de andere dan als ongemakkelijk of kwetsend ervaren worden, ongeacht jouw intenties.
Ook al voel je je schuldig over het voorval, respect en erkenning voor de ander staat centraal.
Hoor je dat iemand anders een fout maakt?
Corrigeer hen kort en op een rustige manier. Wees niet veroordelend. Ook zij hebben tijd nodig om te leren en te groeien.
Check eventueel achteraf bij de andere persoon of die oké is, tijdens een één-op-één-momentje. Ongeacht de ernst van de situatie, is dit altijd een mooi gebaar van steun. Je toont daarmee dat je de ander ook écht ziet.
Als je zelf niet trans of non-binair bent, wees je dan bewust van je privilege en de impact die je kan maken. Wanneer jij je hierover uitspreekt, is er een grotere kans dat men je serieus neemt. Door dit ook te doen in situaties waar de persoon in kwestie niet bij is, bouw je actief aan een inclusieve groepscultuur. Je maakt ermee duidelijk dat er nooit ruimte is voor misgendering.
Kan je die/hun voor iedereen gebruiken?
Als die/hun genderneutraal is, hebben we hij/zijn en zij/haar dan wel nog nodig?
Deze vraag stellen mensen zich wel eens. Door die/hun voor iedereen te gebruiken, zou je natuurlijk nooit meer hoeven te twijfelen of iemands voornaamwoorden te vragen.
Helaas werkt gender niet zo eenvoudig. Je genderidentiteit behoort tot de kern van je zijn. Heel wat mensen hechten hier dan ook veel belang aan en willen ook erkend worden in hun mannelijkheid of vrouwelijkheid. Niet in het minste een trans persoon die jaren heeft moeten vechten om een 'M' of 'V' op hun identiteitskaart te kunnen zien staan.
Het is belangrijk om ieders recht op zelfidentificatie te respecteren en de voornaamwoorden te gebruiken die mensen zelf verkiezen.
Hij/zijn is niet neutraal
Wanneer we iemands gender niet kennen, of we spreken over personen in het algemeen, gebruiken we vaak hij/hem/zijn als genderneutrale optie.
Bijvoorbeeld:
"Een burger kan zijn nieuwe identiteitskaart komen ophalen aan het onthaal." |
Door dit te doen, bevestigen we echter impliciet de mannelijke norm. De man wordt hierbij als representatief beschouwd voor iedereen, ongeacht genderidentiteit, terwijl vrouwen en non-binaire personen onzichtbaar blijven.
Daarom wordt dit ook steeds meer als onwenselijk beschouwd.
In dit geval kan die/hen/hun of diens wel een nuttig alternatief zijn:
Bijvoorbeeld:
"Er is een nieuwe cliënt voor je. Zal ik hen binnenlaten?" |
"Een chirurg heeft een zware job. Die moet namelijk elke dag levens redden." |
"Een burger kan hun/diens nieuwe identiteitskaart komen ophalen aan het onthaal." |
Er zijn echter ook enkele strategieën die je kan toepassen om voornaamwoorden te omzeilen in deze context. Lees hierover meer onder de vraag Schrijf je in teksten dan best hij/zij/die?
Schrijf je in teksten dan best "hij/zij/die"?
Om genderinclusief te schrijven, zie je mensen soms opsommingen maken zoals hij/zij/die of zijn/haar/hun.
De bedoeling hiervan is om ervoor te zorgen dat iedereen zich aangesproken voelt en dat niet enkel de mannelijke variant gebruikt wordt.
Bijvoorbeeld:
"Een reiziger kan zijn/haar/hun nieuwe route vinden via de app." |
Een nadeel hiervan is dat deze opsomming met schuine strepen hinderlijk kan zijn bij het lezen. Daarom kan het interessanter zijn om enkel die/hen/hun te gebruiken als inclusieve optie.
Bijvoorbeeld:
"Een reiziger kan hun nieuwe route vinden via de app." |
Vermijdingsstrategieën
Voelt dit ook nog wat wrang aan? Je bent niet alleen.
Er zijn gelukkig ook heel wat manieren waarop je de derde persoon enkelvoud kan vermijden. Niet elke context leent zich daartoe, maar met enige creativiteit kom je er zeker.
- Meervoudsvorm: "Reizigers kunnen hun nieuwe route vinden via de app."
- Directe aanspreking: "Je kan je nieuwe route vinden via de app." of "Als reiziger, kan je jouw nieuwe route vinden via de app."
- Passief: "Een nieuwe route kan gevonden worden via de app."
- Vervangend lidwoord: "Een reiziger kan een nieuwe route vinden via de app." of "Een reiziger kan de nieuwe route vinden via de app."
- Nieuwe zinsconstructie: "De app geeft alle nieuwe routes weer." of "Gelieve de app te gebruiken om je nieuwe route te vinden."